zaterdag 17 januari 2015

Van oud naar nieuw in Vietnam

Inmiddels is 2015 al even begonnen, maar voor wie we in de wensen zee over het hoofd gezien zouden hebben, we wensen jullie een jaar vol leuke uitdagingen en nieuwe ontdekkingen!
Na vorige jaar in Bali gevierd te hebben besteedden we eind 2014 en begin 2015 in Zuid-Vietnam. Een land dat hoog op onze lijst stond om vanuit België te bezoeken maar nu o zoveel dichterbij op amper 2 uurtjes vliegen...

We startten onze reis in de hoofdstad van het zuiden, Ho Chi Minh City (vroeger Saigon). Voor de mensen die er nog nooit zijn geweest, be prepared, be very prepared! De scooters vliegen je om de oren. Ze zijn werkelijk overal en lappen verkeersregels (als die er al zijn) grondig aan hun laars. Op het voetpad, door het rood, spookrijden, you name it, they do it! HCMC is niet meteen wat we een aanrader zouden noemen want het verkeer zet een serieuze domper op straatbeeld. Gelukkig zaten we in het centrum en konden we zo goed als alles te voet afleggen.

Vanuit HCMC deden we een tweedaagse naar de Mekong Delta. Rustige waterloopjes, say what? De Mekong Delta is hustling en bustling van de lokale industrie (vooral kokos en baksteenproductie maar ook marktjes en dergelijken). De eerste dag stopten we in Benh Tre in een leuke home stay, de tweede dag in Can Tho voor de grootste ochtendmarkt van de streek. De markt is een floating market waar de marktkramers hun producten op een stok binden om zo aan te geven wat ze verkopen zodat je het van ver kan zien.

Op weg naar Benh Tre

Kokosnoten komen aan en worden uit het omhulsel gehaald. Kokos wordt helemaal gebruikt: het omhulsel om touw of matten mee te maken, kokosmelk, het vlees en uiteindelijk de noot zelf als decoratiemateriaal (theepotjes of rijstkommetjes) of indien in de oven gestopt als steenkool


Rijst wordt gekookt en de pap hiervan wordt op matten gegoten om er rijstvellen en daarna rijstnoedels van te maken



Floating market of Can Tho, deze jongen verkoopt drankjes en ananas

jackfruit verkoper (stinkt niet zo erg als durian)

Vanuit HCMC gingen we op zoek naar de rust in Cat Tien national park. Maar eerst bezochten we nog de Cu Chi Tunnels, die gebruikt werden in de strijd tegen de Fransen en de US. Op het propagandafilmpje daterend uit de 60's na zeker een bezoekje waard. In Cat Tien logeerden er in echte bamboe hutjes (leuke ervaring, enkel het bamboe bed was verre van comfortabel). Op gammele fietsjes (tegen hun zin door het parkmanagement ter beschikking gesteld in de hoop dat je een jeep huurt) reden we naar het Crocodile Lake de dag erna om wat krokovriendjes te spotten (en gezien!).

Cu Chi tunnels en de uitleg van de gids over de soorten vallen die men gebruikte om de Amerikanen te verwonden (niet smakelijk...)


Vanuit Cat Tien reden we nog omhoog naar de Central Highlands van Dalat. Dalat is een bergdorpje ontdekt door Louis Pasteur die er een oord zocht om Fransen te laten genezen van TBC. Hij vond Dalat en ontdekte dat de grond er ook ideaal was voor het verbouwen van arabica koffie (hetgeen de mensen nog steeds doen). Leuke koffiebars te over daar. Ook de huisjes zijn echt typisch waardoor het soms al lachend het Zwitserland van Vietnam wordt genoemd. We deden hier een leuke hike en Bruno de dag er na nog een mountainbike tocht terwijl ik de koffie -en zijdewinkels afschuimde. The Crazy House is een soort Gaudi geïnspireerd huis dat je er kan bezoeken (je kan er ook logeren). Het werd ontworpen door een Vietnamese aristocratische dame die stage liep in Moskou en Beijing (het stikt er ook van de Russen).


Crazy house in Dalat

Van Dalat richting Nha Trang om onze terugweg langs de Vietnamese kust te beginnen. Bruno ging op zoek naar een mountainbike trip terwijl ik al stond te popelen om eindelijk het duiken te ontdekken. Gelukkig was het weer goed genoeg (Nha Trang heeft een eigen microklimaat) om uit te varen en konden we de dag erna starten. De eerste 30 seconden waren redelijk beangstigend (komt ervan als je enkel snorkelen gewoon bent) maar gelukkig had ik een goede dive master die mij meteen over die drempel heen hielp. Ook al was de zichtbaarheid volgens hen niet helemaal top het was ongelooflijk wat ik allemaal heb gezien. En na  dag ben ik zo verkocht dat het behalen van mijn open water brevet helemaal boven mijn "what I want for my 30th birthday" lijstje staat.




Van Nha Trang op naar Mui Ne, een kleiner stadje aan het strand. Hier sliepen we in een superleuk klein hotelletje waar we de wilde zee (Mui Ne is populair bij de surfers) konden hoorden donderen tot in ons bed. We huurden hier een scootertje waar we ons 2 dagen kostelijk mee geamuseerd hebben en waar we dan ook eens konden mee toeteren op eender wie of wat...

op gang met ons scooterke

ready to celebrate NYE on the beach

view from the room

naar de Red Sand Dunes met onze scooter

Sunset in Mui Ne


Onze reis eindigde in Vung Tau omdat dit dichter bij de luchthaven was in Ho Chi Minh. En hoewel we heel wat afgereden hebben met auto en bus in 14 dagen toch enkel het zuiden kunnen zien. We kunnen ons altijd moeilijk voorstellen hoe groot een land is vooraleer we er eens doorgereisd hebben. Maar Vietnam is enorm groot! Gelukkig gaan we in april nog eens terug samen met Matthias en Lobke om het noorden te doen dus they haven't seen the last of us. Vietnam we will be back!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten